De wet van den arbeid staat gedrukt op het voorhoofd van het menschdom. Voor iedereen is de arbeid een plicht en eene noodzakelijkheid; wie niet werkt fopt de samenleving, keert den rug aan het welzijn, en aan het geluk, en bereidt zich eene sombere toekomst.

Ellende. Ziekte. Verbeestheid, levensvermoeienis, ziedaar hietgeen den luiaard te verwachten staat op het einde van het droevig levenspad dat hij zich gekozen heeft.
Welzijn, geluk, aanzien, dat zijn de gevolgen van een werkzaam leven met hand en verstand.